Heil betekent oorspronkelijk geluk en zegen. Het is het antoniem van onheil, wat pech, (groot) ongeluk of rampspoed betekent. Het wordt ook gebruikt in groeten, zoals "Heil Hitler!" in Nazi-Duitsland. Etymologie. Het woord 'heil' stamt af van het Germaanse *χaila-/ *χaili- dat (als adjectief) "heel" betekent. Het is verwant aan het Engelse whole, "heel" en holy, "heilig", "gewijd". Het is ook verwant aan het Noord-Germaanse heill, "gezondheid". In de tussenfases droeg het in bijna alle taalvoorlopers van de moderne talen de gedachte van 'toeval' of '(gunstig) voorteken' in zich.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Heil